INTRO C G D G (2x) verse 1 G Je komt binnen en je stikt er in de rook en alles ruikt er muf Want in de Poort is het asociaal en niet zo akelig duf C En het intellect viert hoogtij, men voelt zich interessant G En om op te vallen zet men alle normen aan de kant D En de baas loopt rond met een trots gezicht en een ouderwetse sik G En iedereen is even gek en een van hen ben ik! C G D G 2x verse 2 G En je zit er dicht opeen gepakt, je zweet je er kapot Maar je vindt 't er gezellig ook al is alles even rot C En met zonnebril en lange haren zijn ze artistiek G En niet door schilderkunst of dichtwerk of muziek D En als men vraagt hoe oud ze zijn, dan geven ze geen kik G Nee, dan knijpen ze 'm allemaal en een van hen ben ik! C G D G 2x verse 3 G En men praat er over de maatschappij en de zin van het leven En over 't nut van kerk en huisgezin, waar ze zelf toch geen barst om geven C En heel de kleffe club van halve zachten spreekt zich tegen, G Omdat men lalt over wat men zou willen en niet heeft gekregen D En daarom zijn ze zo opstandig en staan meteen in de fik G Als iemand hen dan tegenspreekt en een van hen ben ik! C G D G 2x verse 4 G Maar d'r zitten erbij met een goed verstand en akelig heldere kop En alleen door hun kleding en overtuiging neemt men hen niet op, C In de maatschappij van rijtjes-lopers, hoge-boordenslijmers, G Waar alleen plaats is voor meewaaiers en eigenheimers D En de strooplikkers, die zijn tegen de vijftig vet, ongemakkelijk dik G Maar zij blijven mager van het denken en een van hen ben ik! C G D G 2x End on G