Intro C C Dm C G C verse 1 C F C C F C C F G C 'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven? G C G C C F G C Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven. C G C C G C O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou, C C C G C dit roosje is voor jou, mevrouw. Interlude C C verse 2 C F C C F C C F G C 'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven? G C G C C F G C Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven. C G C C G C O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou, C C C G C dit roosje is voor jou, mevrouw. Outro C Dm C G C