verse 1 G Am7 D7 G D Em7 A7 D Daar is dan de Poedelman, ring-pingeling, daar komt ie an: F7 C7sus4 F7 Bb zijn er hier nog kindertjes met vieze, vuile oren? F Gm7 C7 F D7 Gm A#dim D Een, twee, drie, daar gaat ie dan. Vuile kinderen, hou 'k niet van, Bb Am D7 G ik was alle kindertjes van acht'ren en van voren. verse 2 G Am7 D7 G D Em7 A7 D Vader, moeder, geef maar op, ik doe zusje wel in 't sop. F7 C7sus4 F7 Bb Hopla, zegt de Poedelman, jou stop ik in de tobbe. F Gm7 C7 F D7 Gm A#dim D Kijk, die groezelige Jan, hopla, zegt de Poedelman, Bb Am D7 G nou maar eerst wat groene zeep en dan maar lekker schrobben. verse 3 G Am7 D7 G D Em7 A7 D Wat een handjes, wat een toet, wat een teentjes, zwart als roet. F7 C7sus4 F7 Bb Dan komt kleine Bobbie met zijn ongepoetste tanden. F Gm7 C7 F D7 Gm A#dim D Geen gezeur en geen gehuil, goeie help, wat ben jij vuil, Bb Am D7 G alle kinderen uit de buurt, die neem ik onder handen. verse 4 G Am7 D7 G D Em7 A7 D Ring pingeling, daar gaat ie dan. Hij gaat weg, de Poedelman. F7 C7sus4 F7 Bb Zijn nu alle kindertjes weer netjes en weer helder? F Gm7 C7 F D7 Gm A#dim D Weet je, ik geloof van niet... Ik geloof, dat kleine Piet, Bb Am D7 G stiekem weggekropen is, misschien wel in de kelder.