D A D De fles speelde een grote rol, in heel mijn droef bestaan. D A D Omdat ik nooit, geen liefde kreeg, ben ik aan de fles gegaan. G D E A Jij trouwe vriend, jij schonk sindsdien, mij menig levensles. D A D Ik heb gelachen en geweend, bij jou mijn trouwe fles. Refrein: D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G E A Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n benen staan. D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G D A D Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n beeeeeeenen staan. D A D En als ik afgemonsterd was, dan was mijn eerste gang. D A D Naar het meisje waar ik veel van hield, m'n hele leven lang. G D E A En als een ander naar haar keek, dan flikkerde mijn mes. D A D Dan werd ik om m'n neus wat bleek, en greep ik naar de fles. Refrein: D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G E A Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n benen staan. D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G D A D Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n beeeeeeenen staan. Couplet: D A D En mocht ik `s nachts op de oceaan, wanneer de stormwind brult. D A D Bezopen op de voorplecht staan, de fles nog half gevuld. G D E A En seint dan onze marconist, het noodsein S.O.S.. D A D Dan gaat mijn laatste groet aan wal, gestoken in een fles. Refrein: D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G E A Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n benen staan. D A D Mocht ik door de drank bezwijken, mocht ik naar de donder gaan. D7 G D A D Laat dan op mijn grafsteen prijken, hij kon niet meer op z'n beeeeeeenen staan.